Familie Kemp
Belangrijk onderdeel van de biologische landbouw is naast dierenwelzijn de aandacht voor de bodem en biodiversiteit. Melkvee- en schapenhouder Wilko Kemp is echt een pionier in het verbeteren van de bodemkwaliteit. Daarin gaat hij best ver: hij zaaide kruiden tussen het gras en sproeide zelfs zeewater op zijn akkers voor extra mineralen en zout in de bodem.
“Het is mooi om met de dieren bezig te zijn midden in de natuurrijke omgeving in dit deel van Nederland”, vinden Wilko en zijn vrouw Hermien. Ze houden van het leven op de boerderij. Samen met hun zoon Maiko houden ze 108 biologische melkkoeien en zo’n 200 biologische schapen. Bij de boerderij hoort 90 hectare weiland. Daarnaast huurt Wilko 55 hectare natuurgebied van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, waar hij de schapen en jongvee kan laten grazen en waar hij kan maaien. Het houden van biologische dieren onderscheidt zich met name door het voer dat de dieren krijgen, dat is 100% biologisch; chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen komen er niet aan te pas.
De schapen van de familie Kemp spelen een belangrijke rol in het natuurbeheer in de omgeving. “We werken veel samen met Natuurmonumenten. Onze Charollais schapen grazen in de wijde omtrek van ons landgoed Het Veldhoen. De ooien gaan in het voorjaar met de lammeren de natuurgebieden van de Oostelijke Vechtplassen in om te grazen. Daar zorgen ze dat deze gebieden niet dichtgroeien met riet, bomen en struiken en houden ze de paden toegankelijk voor wandelaars. Ze zorgen ook voor veilige dijken. Door de grasmat op de dijken kort te houden, kan het regenwater goed weg en wordt erosie voorkomen.”
Als de schapen worden bijgevoerd is dat met biologisch hooi van eigen land. De ruige stromest die dat oplevert wordt uitgereden over de biologische weilanden. Deze mest stimuleert het bodemleven en trekt veel weidevogels aan. Kemp constateert dat door zijn aandacht voor de bodem, zijn land er steeds beter voorstaat. Hij zaaide bijvoorbeeld kruiden tussen het gras. “Doordat deze dieper wortelen wordt de grond losser en blijft het water beter in de grond zitten. En omdat ik geen kunstmest strooi, komen de kruiden elk jaar vanzelf terug.”
Verder investeerde Kemp in andere banden onder de machines, zodat de bodem minder wordt ingedrukt. En hij lengde zijn drijfmest aan met zeewater, waarmee hij extra mineralen en sporenelementen als koper, zink en selenium aan de bodem toevoegde. Wilko: “Zo werken wij graag. Vroeger was het nog behoorlijk tegendraads, maar tegenwoordig blijkt dat onze visie juist bij uitstek de manier voor de toekomst is. Onze biologische en extensieve bedrijfsvoering zorgt ervoor dat alles met elkaar in harmonie is; het is een kringloop, waardoor er geen overschotten zijn.”
Wilko en Hermien leveren bijna het hele jaar rond lammeren aan De Groene Weg. Dat betekent dat er altijd veel te doen is. Het Veldhoen is dan ook een leerbedrijf. Wanneer de meeste lammeren worden geboren: eind januari, maart en april, komen er stagiaires van de opleiding diergeneeskunde. Die verblijven zeventien dagen intern op de boerderij om te helpen bij de geboorte van de lammetjes. Een win-win situatie; de studenten doen veel praktijkervaring op en ze helpen om de drukte in goede banen te leiden. “We leveren kwaliteit en is er geen sprake van massaproductie, want De Groene Weg werkt vraag gestuurd. We leveren dus alleen de hoeveelheid dieren waar ook daadwerkelijk vraag naar is. Alles is nu in evenwicht. Daardoor ga je nóg beter met je dieren om. Het zorgt voor goede levensomstandigheden voor de dieren en daardoor automatisch voor een kwalitatief goed stukje vlees.”