NL
en
de
Menu

Marcel Peek

Boerenportret Marcel Peek
Biologische boerderij in Utrecht

In het groenste gedeelte van Utrecht, op zo’n drie kwartier van Den Haag, vind je de biologische boerderij van Marcel Peek. Met zijn 50 stuks jongvee (kalveren), 100 fokschapen en 200 lammetjes valt hij op in de voornamelijk stedelijke omgeving. Marcel vindt zijn stukje natuur heel belangrijk. “Ik ben een echte natuurboer.”

Toen Marcel in 2013 de boerderij van zijn broer overnam wist hij meteen wat hij voor ogen had: hij schakelde over op biologisch. “Als biologische boer heb je de kans om het anders te doen en de natuur te helpen.” Samen met Staatsbosbeheer probeert hij de diversiteit terug te krijgen. Zo hangen er rond zijn boerderij meerdere nestkasten voor uilen. Ook maakte hij speciale hoekjes voor bunzings en wezels. En in zijn eigen kruidenweiland groeien allerlei planten – zoals paardenbloemen, zegges en klaver – gewoon door elkaar heen. “Als klein jongetje zag ik in de polder van alles voorbij komen: kieviten, grutto’s, tureluurs, patrijzen. Het baart me zorgen dat ons landschap er nu heel anders uitziet. In veel weilanden is geen bloemetje meer te vinden, terwijl dit soort wildgroei zo belangrijk is voor planten en dieren.”

Boerenportret Marcel Peek
“Wildgroei is belangrijk voor planten en dieren”

Niet alleen wilde dieren en planten genieten op de boerderij van Marcel, ook zijn biologische schapen en kalvere hebben alle ruimte. Op de 16 hectare natuurgrond hebben de lammetjes meer ruimte dan binnen de reguliere veehouderij. Voldoende ruimte voor de dieren is een belangrijke voorwaarde in de biologische landbouw.

“De schapen vinden het heerlijk om lekker te luieren onder de knotwilg. En voor het jongvee zijn sommige grassen een echte lekkernij.” Zo gauw het weer het toelaat, gaan de dieren van Marcel naar buiten. “Dat is echt een feest voor het vee. Je ziet ze dan genieten! Vooral de lammetjes rennen door de hele wei. Het lijkt soms wel een wedstrijd.”

De schapen van Marcel Peek zijn een kruising tussen Swifters en Texelaars. “De Swifter is een efficiënt ras”, vertelt hij. “Het zijn goede moederdieren. De Texelaar heeft beter vlees. Door goede spieren wordt het vlees namelijk minder snel vet. Dat is belangrijk omdat we als biologische boeren de lammeren langer houden dan in de reguliere sector. En biologisch of niet, je moet natuurlijk wel vlees leveren dat de slager kan verkopen. Aan het eind van hun leven breng ik de lammeren zelf naar een slachterij in de buurt. Mijn biologische lamsvlees staat als zacht bekend. Hoe dat komt? Biologisch boeren geeft rust”, legt Marcel uit. “Het is kleinschaliger, rustig, alles gaat gewoon wat trager. Het gras groeit minder hard en wordt langer. We geven de natuur hier echt de tijd. Mijn lammetjes zijn echt onderdeel van de kringloop van het leven, die nodig is om alles in stand te houden. Stress kennen ze amper en ze leven in harmonie samen met de andere dieren hier op de boerderij.”