NL
en
de
Menu

Tom Rijkelijkhuizen

Boerenportret Tom en Gerard Rijkelijkhuizen
Biologische varkens- en melkveebedrijf bij Nationaal Park de Weerribben

Het varkens- en melkveebedrijf van de familie Rijkelijkhuizen ligt direct naast Nationaal Park de Weerribben. Dit natuurgebied was een belangrijke reden om natuurvriendelijker te gaan werken en om te schakelen naar biologisch. Vader Gerard en zoon Tom runnen samen de boerderij en brengen relatief veel tijd met de dieren door. Door al die persoonlijke aandacht zijn de varkens en biggen super relaxt en aaibaar.

De authentieke Overijsselse boerderij van de familie Rijkelijkhuizen ligt onderaan een meanderende dijk. Om het gras op de dijk kort te houden, hebben ze een klein koppeltje schapen. “Onze biologische grasmaaiers,” zegt Gerard Rijkelijkhuizen gekscherend. Hij begon ooit als boer op de boerderij van zijn ouders in het westen van het land. In 1989 heeft hij zijn varkens- en melkveebedrijf naar Blankenham verhuisd. In de beginjaren runde hij het bedrijf samen met zijn vrouw Carolien. Inmiddels werkt zij buitenshuis in een boerderijwinkel. Nu houdt ze alleen nog het erf – waar mooie oude bomen staan – netjes en helpt ze mee als ‘oproepkracht’.

Bedrijfsopvolger
Hun zoon Tom kent de eerste boerderij van zijn ouders alleen uit de verhalen. “Ik ben hier geboren en opgegroeid,” vertelt hij. “Van jongs af aan heb ik het werken met de dieren en het buitenleven meegekregen. Op een gegeven moment wist ik: ja, ik wil de boerderij overnemen.” Na de landbouwschool heeft hij eerst twee jaar als zzp’er bij akkerbouwers in de Noordoostpolder gewerkt. Sinds 2017 runnen vader en zoon samen het bedrijf. De zorg voor de melkkoeien ligt al grotendeels op het bordje van Tom: “Uiteindelijk is het de bedoeling dat ik ook de varkens helemaal overneem.”

Kleinschalig
Het bedrijf telt 45 fokzeugen, 450 vleesvarkens en 50 melkkoeien. Gerard: “Met deze aantallen is het lastig om een rendabel gangbaar bedrijf te voeren. In de gangbare varkenshouderij praat je al snel over duizenden fokzeugen per bedrijf. In dat massale en grootschalige heb ik nooit zin gehad. Omdat ik graag kleinschalig wilde blijven, kwam ik geleidelijk aan in contact met biologische boeren. Als je biologisch boert, krijg je een betere prijs voor je product en kun je met minder dieren toch nog een goede boterham verdienen. Bovendien stond deze manier van varkens houden mij aan. Ook liggen wij naast natuurgebied de Weerribben. Een landbouw zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen past daar beter bij. In 2011 hebben we de varkenshouderij omgeschakeld en in 2021 de melkkoeien.”

Boerenportret Tom en Gerard Rijkelijkhuizen
Lepeltje-lepeltje in het nest

Als Gerard en Tom naar de varkensstal lopen, worden ze op de voet gevolgd door een paar katten. “Onze biologische muizenvangers,” zegt Tom lachend. Net als de katten zijn de zeugen opvallend relaxt en laten ze zich graag aaien. Gerard: “Ze kennen ons goed. We geven hen relatief veel persoonlijke aandacht.” Toen Gerard net was omgeschakeld, vroegen collega’s of de stal niet te warm werd met alleen maar natuurlijke ventilatie. “Ze hebben allemaal een uitloop,” stelde Gerard hen gerust. “Op warme dagen gaan ze alleen naar binnen om wat te vreten en voor de rest liggen ze lekker buiten. Dat is juist het mooie: de varkens kunnen doen wat ze willen.” Met name de zeugen nemen het ervan. ’s Ochtends liggen ze tot een uur of twaalf lepeltje-lepeltje in ‘het nest’, zoals Gerard en Tom de groepsstal met stro noemen. Na het middaguur komen ze in actie en gaan ze naar het weiland om te wroeten, grazen en knabbelen aan boomtakken. Met warm en zonnig weer nemen ze een duik in de modderpoel.

Gesloten bedrijf
Tom en Gerard hebben een gesloten varkensbedrijf. Dat betekent dat ze de biggen, die op hun bedrijf worden geboren, ook zelf opfokken tot vleesvarkens. Ze hebben één beer – het  mannetjesvarken – die de zeugen dekt. De zeug krijgt vlak voor de bevalling een privé-hok waar ze haar ‘worp’ zes weken lang in alle rust kan verzorgen en zogen. Na zes weken kunnen de biggen op eigen benen staan. Ze worden dan gescheiden van hun moeder maar de broertjes en zusjes blijven wel bij elkaar. Gerard: “De worp blijft samen. Dat is het voordeel van een gesloten bedrijf. De kleine biggen gaan niet op transport en worden ook niet met vreemde biggen gemengd. Dat geeft veel rust en voorkomt stress en vechtpartijen. Na een half jaar zijn de biggen slachtrijp en worden ze opgehaald door De Groene Weg.”

Toekomstplannen
Gerard en Tom zijn trots op hun kleinschalige bedrijf. Ze vinden het fijn dat het overzichtelijk is en dat ze alle werkzaamheden in eigen hand hebben. Naast hun overstap naar de biologische bedrijfsvoering hebben ze nog meer duurzame plannen. Tom: “Op den duur willen we qua energie zelfvoorzienend worden. De kraamhokken hebben vloerverwarming die nu nog met een gasgestookte CV-ketel wordt verwarmd. Het zou mooi zijn als dat straks met een warmtepomp op zonne-energie kan. Dat is ons volgende project.”

Tevreden boer
Als Tom ’s avonds een rondje langs de stallen loopt, en de varkens en koeien rustig in het stro ziet liggen, is hij een tevreden boer: “In de zomer lopen de kalfjes, het jongvee en de varkens buiten. Daar haal ik ook veel plezier uit.” Gerard is er trots op dat hij een overzichtelijk en toekomstbestendig boerenbedrijf kan overdragen: “Dat Tom er zo mee verder kan. Dat maakt mij een tevreden mens.”